Bestaat het gemiddelde kind nog?
Tien jaar geleden maakte ik me nog druk over (het gebrek aan) aandacht voor het gemiddelde kind. Tegenwoordig vraag ik me weleens af of er nog gemiddelde kinderen zijn. Als je een gemiddeld groepsplan bekijkt, lijkt het wel of ieder kind iets bijzonders heeft. Nu was dat laatste natuurlijk altijd al zo. Voor iedere ouder is een kind speciaal. Maar ook voor een leerkracht is ieder kind speciaal. Als leerkracht ken je ieder kind en probeer je daar, zo goed en zo kwaad als dat soms gaat, op in te spelen en rekening mee te houden. Van de aai over de bol en het buiten spelen tot en met de lesprogramma's.
Het grote verschil zit ’m echter tegenwoordig in het vastleggen van gegevens en informatie. Immers, als het niet op papier staat, telt het niet.
“Voor alles meerdere lijstjes invullen, die net van elkaar afwijken. Van elk gesprekje, overlegje, beslissinkje enzovoort een verslag/notitie maken en in het systeem invoeren. Begrijpelijk, maar zo'n gedoe. En wie leest het ooit?”
De Algemene Rekenkamer is deze zomer gestart met een groot onderzoek naar deze administratieve werkdruk (zie https://www.rekenkamer.nl/actueel/lopend-onderzoek/administratieve-druk-in-het-basisonderwijs). Ze willen weten of de signalen van te hoge administratieve lasten wijzen op een breder probleem.
Hoeveel tijd zijn leerkrachten kwijt aan administratie? Wat wordt er allemaal bijgehouden? Behalve dat ze dit in kaart brengen, komt de Rekenkamer ook met adviezen die de werkdruk moeten verlichten.
Uiteraard is dit geen reden om een afwachtende houding aan te gaan nemen. Ook nu al kunnen we stappen zetten. Binnen onze stichting hebben we de afspraak dat zaken niet dubbel vastgelegd hoeven te worden. Uiteraard levert dat soms lastige problemen op, maar het brengt de discussie wel op gang. En er wordt in ieder geval goed nagedacht over nut en noodzaak van de notitie.
Het nauwkeurig in kaart brengen van alle verschillen tussen leerlingen brengt nog een gevaar met zich mee. Een gevaar dat wel een beetje lijkt op de actuele problematiek rond begrijpend lezen. Steeds vaker ontdekken we dat de nadruk die begrijpend lezen legt op allerlei leesstrategieën ervoor zorgt dat kinderen steeds minder leesplezier hebben en dus ook veel minder lezen.
Begrijpend lezen kan daardoor de oorzaak worden van minder leesplezier en minder begrip. Als de nadruk op leerlingvolgsystemen, analyses, groepsplannen, opp’s en dergelijke tot gevolg heeft dat leerkrachten geen plezier meer in hun werk hebben en, nog erger, door de bomen het kind niet meer zien …
Natuurlijk is het gemiddelde kind er nog. En natuurlijk zijn er kinderen die een eigen programma nodig hebben en voor wie het heel goed en noodzakelijk is om veel en nauwkeurig de vorderingen vast te leggen. Maar laten we in de eerste plaats vertrouwen op de professionaliteit van de man of vrouw die voor de klas staat, ook als het niet allemaal is vastgelegd.Want net als tien jaar geleden draait het nog steeds om de persoon voor de klas, of, misschien wat actueler, de coach in de groep.
Deze column is geschreven door
Herman Langhorst, Stichting Kindpunt
Herman Langhorst is voorzitter College van Bestuur Stichting KindPunt; kindcentraal onderwijs van 0 tot 12. Een stichting met vijf kleurrijke, breed toegankelijke scholen met een christelijke identiteit. Hij streeft naar optimale ontplooiing voor alle leerlingen binnen een veilig klimaat. Iedereen moet zich gerespecteerd en geaccepteerd voelen.